WELKOM IN DE SPACEROCKENCLAVE!

Anno 2004 wordt de hele muziekwereld gedomineerd door dance en hiphop. De hˇle muziekwereld? Nee, een kleine Duitse enclave blijft moedig weerstand bieden aan de wansmaak en maakt het leven van Top 40 liefhebbers zuur door het continu uitbrengen van ferme spacerock. Laten wij eens nader kennismaken met de bewoners van dit door multi-instrumentalist Dave Schmidt (Weltraumstaunen, Zone Six, Sula Bassana) geleide muziekdorp.

De eerste bewoners die we tegenkomen zijn de muzikanten van Zone Six. Hun twee live albums Live Pebbles vol. 1 (SOS 001; 1998) en Live Pebbles vol. 2 (SOS 006; 1999) bevatten pure spacerock in een live omgeving, zoals de oude Hawkwind die plachte te produceren. Veel vervormde gitaren en gitaarsolo´s over een stuwend ritme en keyboardgezweef, waarbij telkens van langzaam slaggitaargedreven muziek naar een heftig crescendo toegewerkt wordt. Een goed voorbeeld is het nummer My Mind Hasn´t Left Me, But I Wasn´t There dat alles heeft wat een goed spacerocknummer betaamt. Regelmatig sluipen er reggae-invloeden (qua ritme) in de muziek van Zone Six waardoor deze op de hippieband Ozric Tentacles begint te lijken (maar dan zonder fluit). Op Live At Raw-Temple (SOS 003; 2002) worden vier nummers, met songtitels die bestaan uit een of meerdere Bla´s, sterk ritmisch aangevlogen met veel percussie en drumwerk, waar overheen een Ashra-achtige gitaar zijn spacerockwerk doet, ondersteund door een sprankelende piano (Bla); synthesizertapijten (Blabla); vervormde gitaren (Blablabla); en fijne drones (Blablablabla). Op Zone Six (1998) klinken onze dorpsbewoners beurtelings als Led Zeppelin, Pink Floyd en Bob Marley (!) maar dan met een zangeres. Het is niet zozeer spacerock als wel hypnotiserende drones die je hier vindt. We eindigen onze ontmoeting met Triprock Live ´99 (1999) dat zondermeer beschouwd kan worden als een moderne variatie op Hawkwind´s beroemdste album uit begin jaren zeventig Space Ritual. Zware bassen dreunen de luisteraar voort op golven van spacerock, met tracks die niet onder de 19 minuten klokken. Topnummer is het erg bekend in de oren klinkende Masters, Lost In The Universe (hoe heette dat nummer van Hawkwind nou ook alweer?) dat 26 minuten doordendert en ons geheel in extase brengt. Vlak voordat we afscheid nemen, wordt ons de nieuwe cd in handen gedrukt: Psychedelic Scripture (Sunhair SH003; 2004). Die begint met de track Extremadusa dat ruim 14 minuten alles heeft wat een goed spacerocknummer moet hebben. De twee andere megastukken (The Pipe Dream, 21:36 en The Sacred Toad, 14:28) dronen lekker door en werken sterk hypnotiserend zodat wij in hogere sferen onze wandeling vervolgen.

Een straatje verder vinden we Liquid Visions dat op From The Cube (Funfundvierzig 143; 2004) begint als een vrij doorsnee jaren zeventig rockband. Pas tijdens het vierde nummer Pink Cloud gaat het 14 minuten op z´n spacerockst loos waarbij de oude Pink Floyd zeer nadrukkelijk om de hoek komt kijken. Het volgende nummer Moonspell is lekker up-tempo met synthriedels die onderbreken en tijdens de afsluiter Ebola-Monster gaan alle stonerockerschuiven open (maar wat doet dat jazz-tussenstukje daar nou?). Op Hypnotized (Sysy cd 4206.ug; 2002) klinkt de band meer als een kruising van Hawkwind met de betere Britpopbands: vlotte nummers zoals State Of Mind die lekker wegrocken. Maar je mag alleen in de enclave blijven wonen wanneer je (ook) lange nummers maakt. Gelukkig laat het spacerockgeweld op Butterflight (8 minuten), Morning Rain (10 minuten) en Paralyzed (15 minuten) horen dat Liquid Visions voorlopig nog niet hoeft te verhuizen.

Op het sportveld zijn de mannen van Vibravoid aan het oefenen. Op Void Vibration (Nasoni Records; 2002) rennen ze er gelijk als gekken vandoor in het eerste nummer Black and White. Zwaar tromgeroffel geeft het hoge tempo aan waar de gitaristen net bij kunnen aanhaken. Creepy People dreunt ook lekker dreigend door en Echovoid neemt ons mee naar Indiase sferen. En verder gaat het weer langs het spacerocktrack met Vivid Vision en Void Vibration, lekker effe de stress eruit! Dan nemen ze ons mee naar Sula Bassana om naar de split-cd Phasenvoid/Retronique (Nasoni Records AS001; 2003) te luisteren. Hierop doet Vibravoid in zeven nummertjes nog eens dunnetjes en wat rustiger (saaier) over van wat er op Void Vibration staat: hypnotiserende spacerock. Sula Bassana stelt daar in vier langere tracks en met vrouwenzang wat meer up-tempo muziek tegenover.We kunnen blijven uitpuffen bij Sula Bassana die op Sulatronics (1998) een aardige mix van synthesizermuziek en spacerock voorschotelt. De meeste nummers zijn vrij rustig en doen aan het werk van Tim Blake denken, een mooi plaatje voor op de zondag.

Op het dorpsplein hebben verscheidende muzikanten zich verzameld om een Psychedelic Monsterjam (Sunhair Music SH002; 2004) (Mani Neumeier on Drums, Ax Genrich on Guitar and me on Bass! Dave) te houden. Helaas staan de versterkers niet goed afgesteld wat het geluid niet al te best maakt. De muzikanten lijken goed naar Black Sabbath te hebben geluisterd dus we krijgen zware kost te verwerken. Sommige nummers schakelen gelukkig over op meer reguliere voortdrijnende spacerock (het bijna 12 minuten durende Moonlight Flight bijvoorbeeld). Al met al leuk om er even bij te zitten.

Verderop komen we nog enige verdwaalde types tegen, zoals het driemanschap de Johnson Noise die op Smoke The Tape (Nasoni Records ASCD 003; 2004) een soort punkrockversie van spacerock ten gehore brengen. De nadruk ligt op vuile en gemene gitaarsolo´s die over ons worden uitgestrooid over een achtergrond van doorbeukende drums en bas. Regelmatig doen ze aan Danzig denken (in The Watcher), dezelfde gedragen zang over een muziekmuur, of zelfs als bluesrocker (in Downhill en het heerlijk 13 minuten durende Blind). Een buitenbeentje maar wel een hele aardige, dit trio.

De laatste bewoners die we ontmoeten is het kwartet The Void Forum dat op Turned On Acid (Nasoni Records AS004; 2003) duidelijk laat horen goed naar Syd Barrett te hebben geluisterd. Daarmee is gelijk aangegeven dat deze band de meest psychedelische is van alle hier besproken types en muzikanten. Over het algemeen zijn het korte lekker in het gehoor liggende songs die deze hippies produceren, waaronder de cover Astronomy Domine, een mooie afsluiter van onze rondgang.

Andrˇ de Waal for IO-Pages (february 2005)